Voeding bij patiënten

Voeding bij patiënten

Zoals duidelijk is geworden, is een eigenschap van mij onderzoeken. Daarnaast hecht ik grote waarde aan mijn professionele handelen en lever ik hier graag een actieve bijdrage aan. Door het volgen van de workshop ‘Voeding’ heb ik kennis verkregen van het belang van goede voeding en mijn rol als verpleegkundige hierin. Ik kan beter leiderschap tonen in dit aspect van de zorg van mijn zorgvragers. Deze kennis neem ik mee in mijn verdere loopbaan als verpleegkundige. Daarnaast heb ik een vergrote kennis over voeding, die ik mijn leven lang kan aanvullen met kennis die ik opdoe in de theorie én de praktijk.
De onderstaande opdracht die uitgevoerd moest worden, liet mij reflecteren op mijn handelen van het leveren van voedingszorg bij een patiënt. Daarnaast benoem ik een competentie waarin ik ben gegroeid door het volgen van deze workshop.

 

Goede voedingszorg voor mijn patiënt

Casus

Op de afdeling cardiologie komen allerlei patiënten binnen met klachten van of bij het hart. Zo was er ook patiënt B. (67 jaar oud) die opgenomen was met pijn op de borst klachten. Patiënt B. heeft in zijn voorgeschiedenis: hypertensie, overgewicht en milde astma. Dhr dronk af en toe een biertje, rookte al twee jaar niet meer en gebruikte geen drugs.
Patiënt B. kreeg een dag na opname een echo van het hart, waardoor duidelijk werd dat de patiënt daadwerkelijk iets mankeerde aan het hart en een operatie moest ondergaan. Daarnaast was de functie van het hart matig, waardoor patiënt B. zich vanaf dat moment aan een vochtbeperking en natrium-arm dieet moest houden.
Nadat de arts dit vanuit de medische kant aan de patiënt heeft toegelicht, is het de gewoonte op deze afdeling dat de verpleegkundige folders uitdeelt waarin toelichting wordt gegeven over de vochtbeperking en het natrium-arm dieet.

Geleverde voedingszorg

Ook ik reikte deze folders aan bij patiënt B. Eenmaal daar raakte ik in een gesprek gewikkeld. Dhr gaf aan dat hij erg zenuwachtig is voor de operatie die komt, zich zorgen maakt over het nieuwe dieet en veel minder eetlust heeft dan eerst. Daar waar hij twee weken geleden nog drie boterhammen at, eet hij er nu nog één. Patiënt B. wist de oorzaak van dit probleem niet, maar zag al wel gevolgen. Zijn ontlasting kwam minder frequent en hij merkte dat hij minder energie had dan normaal. Ik probeerde met de kennis die ik had hierop door te vragen en antwoord te geven op zijn vragen. Toch merkte ik dat ik niet de uitleg en tijd kon geven die de patiënt nodig had, daarom besloot ik de diëtist in consult te vragen.
Met de operatie in het vooruitzicht, het overgewicht, de verminderde eetlust en het nieuwe dieet met de onduidelijkheden die dit met zich mee bracht, besefte ik het belang van goede voeding, maar merkte ik ook mijn eigen tekortkomingen. Door het niet zelf te doen, maar iemand in te schakelen die hierin gespecialiseerd is, wist ik zeker dat zowel de vochtbeperking als het natrium-arm dieet in zijn geheel uitgelegd werd en de onduidelijkheden die meneer B. had opgehelderd werden. In de aanvraag maakte ik ook duidelijk dat patiënt B. binnenkort een operatie had en er gekeken moest worden naar eiwitrijke producten die ondanks de reeds eerder opgelegde restricties gegeten konden worden, om zo veel mogelijk aan te sterken.

Reflectie

Zoals in de colleges naar voren kwam is goede voeding essentieel voor je lichaam. Zo zijn de koolhydraten een energiebron voor je lichaam, met name voor het zenuwstelsel. De vetten zijn nodig als onderdeel in bijvoorbeeld de celmembranen. Eiwitten zijn van groot belang voor het opbouwen van nieuwe weefsels. De vitaminen spelen een grote rol in het immuunsysteem en mineralen zijn onmisbaar voor een goede cel functie. De genoemde macro- en micronutriënten hebben meer functies, maar onder andere de genoemde functies zijn van groot belang bij patiënt B. Als patiënt B. niet aan deze voedingsstoffen komt door gevarieerd en genoeg te eten, zal dit voor een belemmering zorgen in zijn herstel. De primaire rol, volgens de kennischecks, als verpleegkundige is verantwoordelijkheid nemen bij het bewaken van de voedingstoestand. En dat heb ik zeker gedaan. Ik heb de patiënt ondersteund in de zorg voor voeding; ter preventie van erge gevolgen. Door vroegtijdig de diëtist in te schakelen wist ik zeker dat zij daadwerkelijk wat kon betekenen voor patiënt B. In een soortgelijke situatie zou ik dus hetzelfde handelen.

Een belangrijk risicofactor voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten is slechte voeding (Hart- en vaatziekten, CBS). Door toelichting in deze workshop van de rol van de verpleegkundige in de voedingstoestand van de patiënt ben ik mij nog bewuster van het belang van goede voeding bij hartpatiënten. Doordat ik nu weet wanneer ik een diëtist mag inschakelen, zal de gezondheid van de patiënt bevorderd worden. Hierdoor groei ik in mijn rol als gezondheidsbevorderaar van de CanMEDs-rollen beschreven in het ‘Beroepsprofiel verpleegkundige’ (V&V 2020, 2012).

 

Bewijs

Naam student: Anne Kamerling
Studentennummer: 0951723
Datum workshop: 15-6-2020
Tijdstip: De gehele dag
Plaats: Leerdam
Naam instelling: Hogeschool Rotterdam
Naam en contactgegevens contactpersoon: Mw Ziylan (c.ziylan@hr.nl)

Beschrijving workshop: Doormiddel van een kennischeck wordt mijn kennis van voeding getoetst. Na het bekijken van twee college’s over voeding en het maken van dezelfde kennischeck, wordt de vooruitgang getoetst. Als eindopdracht wordt er een reflectie ingeleverd, waarin we reflecteren op ons handelen in de praktijk, in combinatie met de opgedane kennis.

Vooraf gestelde gezamenlijke leerdoelen van de workshop: Het verwerven van kennis over voeding en toelichting geven op de rol van de verpleegkundige hierin.

Mijn vooraf gestelde persoonlijke leerdoelen voor deelname deze workshop: Ik leer en ken het belang van signaleren en mijn rol in het monitoren van de intake bij de zorgvragers.

Mijn leereffect door deelname aan deze workshop/ externe activiteit was (zo mogelijk in relatie tot CanMEDS-rollen, uit Beroepsprofiel verpleegkundige (V&V, 2012)): Ik ben mijn bewust geworden van het belang en de betekenis van goede voeding. Ik ken mijn rol in het signaleren hiervan en weet hoe ik actie kan/ moet ondernemen. Zoals benoemd is in de reflectie, ben ik gegroeid in mijn rol als gezondheidsbevorderaar.

Bronnenlijst

CBS. (z.d.) Hart- en vaatziekten. Geraadpleegd op 27 mei 2020, van
https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/hart-en-vaatziekten/cijfers-context/oorzaken-en-gevolgen#node-risicofactoren-voor-hart-en-vaatziekten

V&V 2020. (2012). Beroepsprofiel verpleegkundige. Geraadpleegd op 27 mei 2020, van http://www.invoorzorg.nl/docs/ivz/informatiecentrum/professionals/23203%20Beroepsprofiel%20verpleegkundige.pdf

Vorige blog
Meelopen op de CCU
Volgende blog
Kinderverpleegkundige
Menu